De provincie Zuid-Holland werkt aan een nieuwe structuurvisie om in te spelen op nieuwe ontwikkelingen zoals die op de provincie afkomen. Daarbij verandert ook de ol van de provincie op het gebied van ruimtelijke ordening: met een terugtredende rijksoverheid op dit terrein ligt het primaat van de (regionale) ruimtelijke ordening nadrukkelijker bij de provincie. Dit veranderde speelveld vraagt om nieuw beleid en koerswijzigingen. Voor een goede besluitvorming over de belangrijkste keuzes die hierin te maken zijn is een Koersnotitie opgesteld. In deze Koersnotitie worden de contouren van het nieuwe beleid geschetst. Aan de provinciaal adviseur ruimtelijke kwaliteit is gevraagd om parallel hieraan een advies uit te brengen over de wijze waarop ruimtelijke kwaliteit in de nieuwe visie verankerd zou kunnen worden en welke koerswijzigingen daarvoor nodig zijn.
In het advies Koers op Kwaliteit wordt aangegeven dat ruimtelijke kwaliteit het fundament van de visie zou moeten zijn. Integraliteit is daarbij een belangrijk voorwaarde. De huidge planningspraktijk laat een sterke focus op kwantiteit zien en instrumenten die daar op sturen: contouren, opervlaktes en aantallen. De koers zou verlegd moeten worden richting sturen op kwaliteit. Van schadebeperking naar waardecreatie. Dit vergt andere sturingsinstrumenten.