Submenu

Ontwerpadvies aanpak bodemdaling Groene Hart overhandigd

10-07-2019 6139 keer bekeken

Maak van het Groene Hart een gevarieerd landschap, waarbij het type veenbodem het waterpeil bepaalt en het soort landgebruik. Deze boodschap gaven de PARK van Utrecht, Noord-Holland en Zuid-Holland mee bij hun pleidooi voor de aanpak van de bodemdaling in het Groene Hart.

‘Naar optimale combinaties van bodem, water en landgebruik’

Hun pleidooi is tegenovergesteld aan de huidige aanpak waarin we het waterpeil aanpassen aan de agrarische functie.  Het advies is gebaseerd op ontwerpend onderzoek van zes ontwerpbureaus en vier onderzoeksinstituten. Op 10 juli overhandigden zij het gevraagde advies aan de Stuurgroep Groene Hart.

Gedeputeerde Esther Rommel: " de provincies hebben zich de afgelopen jaren sterk gemaakt om het toekomstperspectief voor de Veenweiden hoog op de politieke agenda te krijgen. Het is mooi om te zien dat hier nu vanuit het klimaatakkoord veel aandacht voor is. We kunnen straks echt samen aan de slag. Daarom zijn we blij met dit onafhankelijke advies, dat de mogelijke toekomstperspectieven voor Veenweiden in beeld brengt. Dat helpt ons om samen met alle belanghebbenden in gesprek te gaan en straks de juiste keuzes te maken.”

Noodzaak

De bodem van het Groene Hart daalt door oxidatie van het veen, met de uitstoot van ongewenst CO2 tot gevolg. Dat komt onder andere door jarenlang intensief landgebruik bij  lage grondwaterstanden. In het Groene Hart zijn bijna 3.500 landbouwbedrijven actief. Ongeveer 70% betreft melkveehouderij en 10% akkerbouw. De overige 20% is natuur. In de melkveehouderij proberen boeren met schaalvergroting de stijgende kosten en lage melkprijzen het hoofd te bieden. Waterschappen faciliteren de boeren met waterpeilen tussen de 30-60 cm onder het maaiveld. Ook spelen klimaatverandering en toenemende droogte een rol bij de oxidatie van het veen. Tijdens droge perioden zal de bodemdaling, bij ongewijzigd beleid, versterkt doorzetten, met als gevolg schade aan woningen en infrastructuur.

Stel de ondergrond centraal

Het Groene Hart kent nu een overwegend uniform waterbeheer, ondanks grote verschillen in de ondergrond. De provinciale adviseurs Harm Veenenbos (Zuid-Holland), Paul Roncken (Utrecht) en Steven Slabbers (Noord-Holland) onderscheiden zeven verschillende typen ondergronden (afhankelijk van het type veen en oplopend in kleigehalte). Afhankelijk van de focus van het beleid (landbouwproductie, biodiversiteit of CO2-reductie) schetsen zij drie mogelijke ambitieniveaus voor bodemdaling (vertragen, stoppen of aangroeien). Het ontwerpend onderzoek laat zien welke vormen van grondgebruik het beste bij de ambitieniveaus passen en welke opbrengsten de boeren daarbij kunnen verwachten. De sleutel om het tij te keren ligt daarin vooral bij het waterbeheer. Een nieuw inzicht is dat de grootschalige vernatting  een te simpele voorstelling van zaken is. De kern van het advies is het waterpeil aan te passen aan de ondergrond en het gebruik van de bodem volgend te maken aan het waterpeil. Kortom: ‘waterpeil volgt bodem en gebruik volgt waterpeil’. Daarnaast  adviseren zij onder andere meer gebiedseigen water te bergen en te kijken naar, zo nodig extra, toevoer van water uit het oosten.

‘Mozaïek’ landschap

De provinciale adviseurs stellen in hun advies dat maatwerk per type veenbodem en nieuwe bedrijfsmodellen in de toekomst een gevarieerd en natuurlijk veenlandschap kunnen opleveren. Maatschappelijke opbrengsten zoals C02-reductie, waterberging, natuurontwikkeling en energieproductie spelen een rol in deze nieuwe verdienmodellen. Het watersysteem zien zij als een uit te bouwen en ijzersterk casco. Als resultaat zien zij een ‘mozaïek’ landschap ontstaan met nog altijd traditionele melkveebedrijven en groene weides, maar ook alternatieve landbouwvormen zoals natte teelten en uiteenlopende natuurtypen. Zij nemen daarmee afstand van het beeld van het Groene Hart als een homogeen en door landbouw gedomineerd gebied. Daarnaast sluiten zij met hun pleidooi aan op het recent gesloten klimaatakkoord.

Bekijk het pleidooi van de drie provinciale adviseurs ruimtelijke kwaliteit

Onderzoek en regionale verkenningen

De drie provincies Utrecht, Noord-Holland en Zuid-Holland hebben ieder een onafhankelijk opererende Provinciaal Adviseur Ruimtelijke Kwaliteit (PARK). Zij hebben gezamenlijk leiding gegeven aan het onderzoek, waaraan diverse bureaus en experts hebben meegewerkt.

Bekijk het basisrapport en de  regionale verkenning voor de Alblasserwaard.

Totstandkoming van het advies

Het ontwerponderzoek is uitgevoerd door vier ontwerpteams, bijgestaan door ontwerpers van de drie provincies. De bureaus Sant en Co en Fabrications namen – in nauwe samenwerking met Deltares, het Veen Innovatie Centrum (VIC), Wageningen Economic Research en de waterschappen – het Groene Hart als geheel onder de loep. De bureaus Vista en Circular Landscape Architects, Pieter de Ruyter en Flux Landscape Architects hebben zich vervolgens in regionale ontwerpverkenningen gericht op respectievelijk Ronde Hoep, Alblasserwaard en blokpolders Kamerik en Kockengen.

Cookie-instellingen